Menu Sluiten

Eerste stappen

Jeroen leerde pas laat noten lezen. Als kind speelde hij geen instrument (en eigenlijk nog steeds niet echt). Maar in zijn hoofd klonken altijd melodieën en hij voelde altijd een drang om die melodieën vast te leggen. Veel verder dan wat lijntjes voor in een toneelstuk op de middelbare school, en een enkele ‘smartlap’ om uit te voeren als duo Heer Halewijn kwam dat aanvankelijk niet, maar eenmaal aan het conservatorium begon zijn componeren wat meer vorm te krijgen. Nog steeds niks hemelbestormends maar een paar leuke liedjes met pianobegeleiding, en een zetting van Huldegedicht aan Singer van Paul van Ostaijen voor zijn medeleerlingen (in ‘opdracht’ van zangleraar Meinard Kraak (later uitgevoerd door Toonkunstkoor Rotterdam onder leiding van Maria van Nieukerken).
Toen hij in zijn laatste conservatoriumjaar 1996 als solist (en acrobaat) werd gevraagd door het Ricciotti-ensemble zag hij zijn kans schoon en leverde een lied aan dat door een vaste arrangeur van het orkest gearrangeerd zou worden. Daar kwam echter niks van. Toen hij in 1997 opnieuw werd meegevraagd, zag hij zijn kans nog schoner en arrangeerde zelf dat lied: Its Cruel To Refuse A Good-Night-Kiss. Een flinke kluif omdat het meteen voor een volledig symfonie-orkest was en omdat hij in die tijd nog alles met de hand schreef. Gelukkig hielpen een paar orkestleden uiteindelijk met het uitschrijven van partijen. Het lied was een grote ‘hit’ en werd later ook nog door Wiebe-Pier Cnossen uitgevoerd met datzelfde Ricciotti ensemble.

Zowel het componeren als het arrangeren bevielen goed maar het zou nog best lang duren voordat Jeroen weer opnieuw iets noemenswaardigs voortbracht. 

Dat kwam uit een heel onverwachte hoek: in 2005 deed de DWH voor het eerst mee aan het landelijk COC-Songfestival met Jeroen’s liedje Ben je Ho of ben je Hé? en werd meteen de winnaar. (Hierbij moet Michel Fleur genoemd worden, die veel hulp bood bij het arrangeren/producen).

Dat was leuk! In de daaropvolgende jaren maakte Jeroen bijna ieder jaar iets voor het COC-Songfestival. Meestal liet hij anderen zingen (en coachte hen). In 2011 besloot hij om zelf weer eens te zingen (hij had een keer eerder zelf als performer meegedaan, met een rap) en won met Zo Gay. (Hierbij dienen wel ook de geweldige mime-band en de magistrale -echte!- saxofoonsolo van Ruben genoemd te worden.)

Ondertussen begon Jeroen ook instrumenten alsmaar interessanter te vinden. Niet zozeer om zelf een instrument te bespelen, daarvoor heeft Jeroen weinig talent, maar wel om ervoor te schrijven en arrangeren. Toen iemand hem vroeg om voor een verrassingsoptreden iets te bedenken met het nummer Perfect Day van Lou Reed & the Velvet Underground greep hij daarom zijn kans: hij vroeg het Calconi strijkkwartet, dat hij al kende, en maakte een versie voor strijkkwartet en zang. Het beviel, ook voor het strijkkwartet. Toen het kwartet dus wat later een arrangeur zocht om iets met liedjes uit Ja Zuster Nee Zuster (Annie M.G. Schmidt & Harrie Bannink) te doen vroegen het Jeroen. Deze liedjes zijn geweldig en Jeroen wilde ze dus ook erg graag arrangeren, maar eigenlijk ook uitvoeren. Nog steeds treedt Jeroen af en toe op met het Calconi-kwartet, uitgebreid met pianist Arno en twee hele puike zangeressen.

In 2019 zocht Henny Maree naar iemand om liederen te schrijven voor een project “Madonnari” Over moeders en kinderen. Jeroen wierp zichzelf op om zowel tekst als muziek te schrijven, en leverde 3 liederen af voor 3 verschillende vrouwenzanggroepen.